Voor de atletiek vereniging(A.V.) Rijnsoever verzorg ik 2 maal per maand een spreekuur waarin ik lichamelijk klachten a.g.v. of in relatie tot… het hardlopen beoordeel. Aan de hand hiervan geef ik dan advies en/of oefeningen. In de periode januari april verzorgt A.V. Rijnsoever al een aantal jaren ‘de opstap cursus’ voor de beginnende hardloper. In die periode verzorg ik dan op mijn beurt i.p.v. 2 maal per maand, wekelijks het spreekuur. Ook dit jaar is er vanaf het begin hiervan, volop gebruik gemaakt. In deze periode is er 35 maal gebruik gemaakt van het spreekuur door in het totaal 29 personen. 23 hiervan was opstapper en 6 was reeds lid, 6 van de 29 bezoekers zijn meerdere keren geweest.

De meeste van de bezoekers werd gehinderd door knie klachten(14X). Bij 9 personen werd dit veroorzaakt door problemen rond de knieschijf, 3 hadden last van de aanhechting van een van de hamstrings aan de binnen zijde van de knie, en tot slot 2 hadden last van gewrichtsbanden en/of kapselen van de knie.
Een andere veel voorkomende klacht is die van de kuit. Waar deze periode 7 personen last van hadden.
Op de derde plaats komen de scheenbeen klachten (3 pers.) Verder heb ik 2 mensen met enkelklachten, 1 met heupklachten, 1 met rugklachten en nog 1 met achillespeesklachten gezien.

De reden dat de knieklachten het meest voorkomen valt onder meer te verklaren uit het feit dat het kniegewricht eigenlijk uit twee gewrichten bestaat.
Te weten het gewricht tussen het bovenbeen en onderbeen (tibiofemorale gewricht) en het gewricht tussen de knieschijf en het bovenbeen (het patellafemurale gewricht). Verder bevinden zich in het tibiofemorale gewricht de beide menisci welke nog al eens voor problemen zorgen. Dit geldt m.n. voor sporten waarin veel gestopt en gedraaid wordt zoals voetbal of basketbal en dus veel minder bij hardlopen.
Het knieschijf gewricht daarentegen zorgt bij hardlopen wél geregeld voor problemen zoals ook uit bovenstaande blijkt. Voor een uitgebreide uitleg hierover verwijs ik jullie graag naar een reeds eerder verschenen artikel ‘overbelasting op basis van onderbelasting’.

Overigens 20 van de boven beschreven klachten vallen onder de bindweefselklachten, ook de 14 knie klachten.
Van bindweefsel is namelijk bekend dat het ruim een jaar kan duren voordat het zich aan een nieuwe belasting heeft aangepast,in dit geval het hardlopen. Met uitzondering van de kuitblessures komen echte spierblessures maar relatief weinig voor bij de beginnende hardlopers. Als je dit in ’t achterhoofd houdt zou het logisch zijn gedurende 1½ jr. na aanvang van ´t hardlopen de trainingsintensiteit geleidelijk verder op te voeren. Mijns inziens zou daarbij de juiste volgorde zijn: geleidelijke opbouw van duurvermogen, vervolgens kracht en in de laatste plaats de snelheid.

Met sportieve groet,

Jack Jongejan