Overbelasting op basis van onderbelasting!
Gepubliceerd: 01-09-09Een redelijk veel voorkomende knieklacht is die van klachten aan de achterzijde van de knieschijf. Hoewel deze klacht niet typerend is te noemen voor het hardlopen is het er wel een die ook bij hardlopers redelijk vaak voorkomt.
De symptomen zijn als volgt te omschrijven:
– pijnklachten rond de knieschijf m.n. na inspanning,
– startstijfheid ’s ochtends en na rust (lang zitten bv),
– meestal nemen de klachten toe bij traplopen, kniebuigingen en bij aanvang van het hardlopen.
Om duidelijkheid te geven over de oorzaak van de klacht moet ik eerst het een en ander uit leggen over de bouw van de knieschijf, of patella en het patellafemorale gewricht waarvan de knieschijf deel vanuit maakt. De knieschijf ligt op het femur, dat is het bot van het bovenbeen in een soort geultje waarin het tijdens het buigen en strekken van de knie resp. naar beneden en boven schuift.
De knieschijf kan gezien worden als functioneel onderdeel van de strekkers van de knie (de muscl. quadriceps) deze strekkers lopen over het bovenbeen en gaan ter hoogte van de knie over in een stevige pees welke de knieschijf omvat. Onder de knieschijf loopt de pees weer verder en zit uiteindelijk vast aan het onderbeen. Indien we geen knieschijf zouden hebben dan zouden we de krachten die we met de quadriceps kunnen leveren niet altijd goed kunnen overbrengen op het onderbeen.
De achterzijde van de knieschijf vormt zoals gezegd een gewricht met het bovenbeen en is dus bekleed met kraakbeen. Daar het centrum van de knieschijf altijd contact maakt met het bovenbeen loopt de buitenrand van de knieschijf als het ware het meest kans om niet of te weinig gebruikt te worden.
Zodra bovenstaande het geval is, zal de conditie van het kraakbeen aldaar afnemen (het wordt immers toch niet gebruikt) en uiteindelijk verminderd belastbaar zijn. We moeten ons realiseren dat een gewricht en ook het kniegewricht een zelfsmerend mechanisme is, wordt er niet bewogen dan vindt er dus ook geen smering plaats. Indien de buitenrand van de knieschijf te weinig gebruikt wordt kan deze op het moment dat die bij extremer bewegen (bv hardlopen) ineens wel in contact komt met het bovenbeen door de verslechterde conditie snel overbelast raken met alle pijnlijke gevolgen van dien. Samenvattend zou je kunnen zeggen het is een overbelasting op basis van een onderbelasting.
Welnu wat zouden we er aan kunnen doen en hoe kunnen we het voorkomen?
Het advies is eigenlijk heel eenvoudig!! “Regelmatig maar zeker ook gevarieerd bewegen”.
Mensen die reeds last hebben van deze klacht zullen naast hun looptraining, 2 of 3 maal per week op de dagen dat ze niet hardlopen moeten zorgen voor voldoende en gevarieerde bewegingen van de knieschijf en dit bij voorkeur met een zo laag mogelijke belasting.
Hiervoor bestaat een eenvoudige oefening. Ga op de rand van een stoel zitten, en laat het been waarvan u last heeft met een gestrekte knie rusten met de hak op de grond. Zorg er voor dat het bovenbeen ontspannen is.
Is dit het geval dan kun je de knieschijf tussen duim en wijsvinger van links naar recht en van boven naar beneden bewegen en je kunt zelfs een cirkelvormige beweging maken. Dit kun je per keer zo’n 5 min. doen op elk moment dat je zit, gewoon door de kleren heen.
Voordeel van deze oefening is dat deze gevarieerd is en er sprake is van slechts een minimale belasting, dus wel de voordelen (smering) en niet de nadelen (overbelasting en dus pijn).
Door deze regelmatige smering neemt de conditie van het kraakbeen weer snel toe en kan het zwaardere belasting aan waardoor de klachten over het algemeen snel zullen afnemen.
In die gevallen waar bovenstaande niet afdoende is zal een fysiotherapeutische behandeling noodzakelijk zijn.
Jack Jongejan
Laatste nieuwsberichten
- Gepubliceerd: 17-03-22
- Gepubliceerd: 14-02-19
- Gepubliceerd: 24-09-18
- Gepubliceerd: 18-09-17
- Gepubliceerd: 24-03-16
Praktijk voor fysiotherapie &
sport- fysiotherapie Jack Jongejan
is lid van het KNGF